Martijn Schwillens en Bob Thomassen, beiden afkomstig uit Cuijk, hebben 'Het Kanon' geschreven.
Martijn Schwillens en Bob Thomassen, beiden afkomstig uit Cuijk, hebben 'Het Kanon' geschreven. Foto: Guy de Rhoon

Cuijkse auteurs zetten in op rehabilitatie oud-international Bram Appel: ‘Lijkt ons terecht!’

Voetbal 1.000 keer gelezen

Afgelopen zaterdag verscheen ‘Het Kanon’, de officiële biografie van Bram Appel. De auteurs Martijn Schwillens en Bob Thomassen, beiden uit Cuijk, pleiten voor rehabilitatie van de oud-international. “Appel heeft tientallen interlands misgelopen vanwege een conflict met de KNVB en hun oud-voorzitter Karel Lotsy. Appel verdient dezelfde excuses als zijn generatiegenoot Faas Wilkes.”

Schwillens en Thomassen doken de afgelopen anderhalf jaar in het bijzondere leven en de indrukwekkende loopbaan van Appel, die als speler furore maakte bij Hertha BSC, ADO, Stade de Reims, Fortuna’54 en het Nederlands Elftal. Als trainer boekte hij successen met Volendam, Lausanne Sports, Fortuna en PSV, dat in 1963 onder Appels leiding voor het eerst landskampioen werd in de Eredivisie. “Al sinds ik in 2004 een boek schreef over verdwenen profclubs in Nederland, loop ik met het idee om een boek te schrijven over Bram Appel. Zijn naam kwam ik veelvuldig tegen in relatie tot de Watersnoodswedstrijd van 1953 en zijn successen bij Fortuna’54. Vervolgens keek ik naar zijn indrukwekkende statistieken (meer dan 300 officiële doelpunten en meerdere kampioenschappen en bekers in vier verschillende landen, red.) en snapte eigenlijk niet dat nog nooit iemand zich had gewaagd aan een biografie. Sowieso leest zijn levenswandel als een roman”, vertelt Schwillens.

Uit de vergetelheid
Met ‘Het Kanon’ halen beide auteurs Appel uit de vergetelheid. “Faas Wilkes en Abe Lenstra, met wie hij samenspeelde in het Nederlands Elftal op de Olympische Spelen van 1948, waren technisch beter dan hij. Toch zijn er maar weinig oud-voetballers en -trainers te vinden, wier betekenis voor het Nederlandse voetbal bijna net zo groot is als die van bijvoorbeeld Johan Cruijff of Rinus Michels. Dat geldt helemaal voor Appel. Hij groeide op in Den Haag, maar tot aan zijn dood bleef hij woonachtig in ‘zijn’ Zuid-Limburg. Bovenal speelde hij een doorslaggevende rol in de totstandkoming van het betaald voetbal in ons land met de organisatie van de Watersnoodwedstrijd”, verduidelijkt Thomassen. Schwillens vult aan: “Appel was sowieso een pionier. Hij vertrok in de zomer van 1949 als één van de eerste profvoetballers ooit naar Frankrijk, waar hij furore zou maken bij Stade de Reims en het pad effende voor de Nederlandse (ster)voetballers die in de jaren erna zouden volgen. Het zorgde ervoor dat hij in het conservatieve Nederland – waar de KNVB vasthield aan het amateurisme – werd weggezet als ‘paria’ en ‘verrader’. Te bizar voor woorden natuurlijk, maar het was toen in alle opzichten een andere tijd.”

Tenminste, in Nederland. In Frankrijk, Italië en Duitsland was profvoetbal ook toen al ‘heel normaal’. Samen met de Franse international Raymond Kopa maakte Appel tussen 1949 en 1954 deel uit van de zogeheten ‘Gouden Generatie’ van Stade de Reims, waar hij als eerste Nederlander ooit de ‘Europa Cup’ won en zijn bijnaam als Het Kanon wekelijks waarmaakte. Als speler maakte hij verder furore bij ADO, Fortuna’54 en Lausanne Sports. Als trainer boekte hij successen bij Volendam (kampioen in de eerste divisie), Fortuna (winst KNVB-beker) en bovenal PSV. “Zijn staat van dienst is zeer groot. Dit komt uiteraard ook allemaal aan bod.”

‘Dit boek verschaft nieuwe inzichten over de Arbeitseinsatz’

Conflict met Karel Lotsy
De Tweede Wereldoorlog speelt een belangrijk rol in het leven van Appel en dus ook in zijn biografie. In 1942 werd hij gedeporteerd naar Berlijn voor de Arbeitseinsatz. Bij terugkeer in Nederland werd hij door de KNVB geschorst omdat hij in Duitsland had gespeeld, terwijl Appel de toenmalige voorzitter Karel Lotsy zelf op de tribunes had zien zitten in Berlijn bij een wedstrijd van het Nederlands Dwangarbeiderselftal in augustus 1944. Zelf ontkende de tot zijn dood omstreden Lotsy enige ‘Deutschfreundlichkeit’. “Wij zijn naar Berlijn afgereisd om na te gaan welke bewering nou juist was en hebben daar een opvallende ontdekking gedaan die de rol van Lotsy als leider van de voetbalbond in de oorlog in een ander licht zet”, verzekert Thomassen. “Appel en Lotsy hadden een grote hekel aan elkaar. Dat werd mede gevoed doordat Appel in 1949 zijn eigen plan trok en de Watersnoodwedstrijd organiseerde.”


Omslag van ‘Het Kanon’. - Foto: Guy van Rhoon

Een bezoek aan Berlijn door de auteurs legde meer bloot dan alleen het lot dat Appel moest ondergaan. “Er is in ons land te weinig bekend over de dwangarbeid, terwijl één op de acht Nederlanders te maken kreeg met de Arbeitseinsatz. Tienduizenden vonden er dood. Dwangarbeiders werden letterlijk via een slavenmarkt toegewezen aan een Duitse ‘werkgever’. Bij terugkeer in eigen land werden veel dwangarbeiders als verraders gezien, terwijl ze soms vreselijk behandeld waren. Pas in de jaren ‘90 hebben zij door de Nederlandse Staat dezelfde erkenning gekregen als andere oorlogsslachtoffers. Doordat Appel bij toeval werd ontdekt door Hertha BSC kon hij zich uit de ellende voetballen. Letterlijk, al overleefde hij in totaal bijna 300 bombardementen op de stad”, legt Schwillens uit. Thomassen: “De barakken waarin hij sliep in zijn eerste maanden in Berlijn hebben wij nog bezocht. Via het Dokumentationszentrum NS-Zwangsarbeit (herinneringscentrum over de dwangarbeid in Berlijn, red.) konden we achterhalen waar hij werkte en woonde.”

‘Wij zetten in op rehabilitatie van Bram Appel door de KNVB’

Rehabilitatie door de KNVB?
Het eerste exemplaar werd afgelopen zondag in het Fortuna Museum overhandigd aan Viviane Appel, de dochter van Bram. “Haar vader koos in 1970 de luwte en is daarna geen enkele keer meer in een stadion geweest. Niet bij PSV, niet bij Fortuna en zelfs niet bij het Nederlands Elftal, terwijl er elke interland een vrijkaart klaarlag. Het zegt ook iets over hoe verbitterd hij was richting de KNVB”, zegt Schwillens. “Hoe zijn dochter reageerde op de biografie? Viviane vertelde ons dat haar vader die verering wellicht wat teveel had gevonden, maar uiteindelijk fantastisch had gevonden dat de erkenning er alsnog is gekomen.”
Op dinsdag 6 juni worden Schwillens en Thomassen ontvangen door KNVB-voorzitter Just Spee, die openstaat voor een gesprek over rehabilitatie van de twaalfvoudig international. “Hij heeft tientallen interlands misgelopen door toedoen van de KNVB”, benadrukt Thomassen. Hij besluit: “Als speler was hij succesvol, maar als trainer ook nog eens revolutionair. Hij was de eerste Nederlandse coach die afstapte van het toentertijd gangbare stoppersspilsysteem. Maar hij durfde bijvoorbeeld ook jonge talenten voor de leeuwen te gooien, zoals Willy van der Kuijlen bij PSV.”

Waar verkrijgbaar?
‘Het Kanon’ (328 pagina’s) is verkrijgbaar in een luxe hardcover uitvoering en kost 25,00. Het boek is verkrijgbaar via de website bramappel.nl (alsook in beperkte oplage bij Read Shop Cuijk en Van Dinter Boeken in Boxmeer).

Over de auteurs
Martijn Schwillens (1979) is voetbalhistoricus en (sport-)journalist. Hij schreef eerder ‘Verdwenen Stadions’ (2022), ‘Verdwenen Profclubs’ (2019) en ‘Verdwenen maar niet vergeten’ (2004). Twee van deze boeken werden genomineerd voor Sportboek van het Jaar. Bob Thomassen (1980) is actief voor NOC*NSF en de KNVB en heeft een buitengewone belangstelling voor de Nederlandse voetbalhistorie en het voetbal in Frankrijk, waar Bram Appel vele successen vierde. Zowel Schwillens als Thomassen is afkomstig uit Cuijk.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant